Op initiatief van burgemeester Jan-Baptist de Gheldere van Heist ging op 4 dec. 1969 een vergadering door met het schepencollege van Knokke, om na te gaan hoe de belangen van beide gemeenten zouden kunnen samengaan en verdedigd worden. Dit deelde Burgemeester Dokter Eugene Mattelaer te Knokke mee tijdens de gemeenteraadszitting van 13 dec. Tijdens die gemeenteraad werd een nieuwe contaktvergadering van de raden van beide buren werd in het vooruitzicht gesteld.
Jan-Baptist de Gheldere (Heist, 24 juni 1912 – Knokke-Heist, 1 januari 1980) was notaris, burgemeester en voorzitter van de provincieraad van West-Vlaanderen. Jonkheer Jan-Baptist Marguerite Camille Ghislain de Gheldere Joos behoorde tot een familie die sinds 1719 tot de adelstand behoorde. Hij behaalde zijn diploma’s van doctor in de rechten en licentiaat in het notariaat aan de Universiteit van Gent. Van 1937 tot 1945 was hij advocaat, ingeschreven aan de balie van Brugge. Hij was de kleinzoon van Karel de Gheldere, arts en dichter. Hij was de zoon van notaris Robert de Gheldere (Koekelare 1882 – Heist 1969) die hij opvolgde. Hij trouwde in 1936 met Anne-Marie Kaisin. Hij werd in het notariaat opgevolgd door zijn zoon Vincent de Gheldere. De Gheldere werd op de lijst van de Christelijke Volkspartij tot gemeenteraadslid van Heist verkozen in 1946 en onmiddellijk benoemd tot burgemeester van de gemeente. Zijn vader was burgemeester geweest van Heist van 1912 tot 1921, 1928 tot 1934 en in 1944-1945. Hij bleef dit ambt uitoefenen tot in 1971 en fungeerde nog een legislatuur als gemeenteraadslid in de fusiegemeente Knokke-Heist (1971-1977).
Heist had ondertussen vanwege de goeverneur de vraag gekregen met Ramskapelle te fusioneren. Dit moest dan volgen binnen de KB’s die in het land tot de fusie van talrijke gemeenten zou leiden. Aan de Oostkust wensten de besturen een meer vrijwillige akte, politiek gesteund of afgewezen.
Voor de gemeenteraad wees burgemeester Mattelaer er op dat het gewestplan een wig sloeg tussen de Oostkust. Het toeristisch patrimonium diende volgens hem verdedigd te worden en veilig gesteld. Daarom dat een fusie van Knokke en Heist als mogelijkheid moest worden bekeken. Verdere besprekingen zouden volgen en alle raadsleden zouden zich vrij kunnen uitspreken. “De problematiek is gesteld”!
Op 19 dec. kwamen de gemeenteraden van Knokke en Heist samen bijeen in een zogenaamde onambtelijke zitting, bijgewoond door de bestendige afgevaardigden Defauw en Legein. De CVP- en VU-fraktie spraken zich resoluut uit voor de fusie terwijl PVV (nu Open VLD) en BSP (nu SP.a) een eerder afwachtende houding aannamen, niet bereid voor een onmiddellijke definitieve beslissing. Maar de tijd drong om het dossier bij het ministerie van Binnenlandse Zaken te kunnen indienen, in het vooruitzicht van de gemeentelijke verkiezingen van okt. 1970. Een nieuwe samenkomst werd voorzien voor 6 jan. samen met Westkapelle en Ramskapelle.
De partijpolitieke gevolgen van de fusie werden aangevochten door de minderheidspartijen. Voor de CVP lag een ruime meerderheid voor de hand. Burg. de Gheldere en graaf Lippens waren de voornaamste voorstanders van een onmiddellijke fusie. Te Westkapelle bleek de gemeenteraad er aansluitend tegen gekant, terwijl Ramskapelle niet zo radicaal afzijdig stond. Deze gemeente zou volgens het gewestplan en rekening houdend met Groot-Brugge toch naar Heist overgeheveld worden.
Door de kneistikrant redactie bewerkt artikel van wijlen André D’hont –
*Cnocke is hier, 25 JAAR FUSIE, tijdschrift 33, jaarboek 1996.
Morgen Meer!