De prijs van dienstencheques, die worden gebruikt om huishoudhulpen in te huren, is al jaren een bron van discussie. Hoewel de overheid bijdraagt aan de loonkosten van de huishoudhulpen, merken dienstenchequebedrijven dat ze soms niet uit de kosten geraken. Daarom rekenen ze vaak een extra administratieve kost aan. En die kost stijgt bij veel dienstenchequebedrijven fors in 2023. Zo moet je intussen €2 extra per dienstencheque betalen bij de (gemeentelijke) Strijkwinkel.
Maar mogen dienstenchequebedrijven zomaar extra kosten aanrekenen aan hun klanten? En ben je als klant verplicht die kosten te betalen? Volgens minister van Werk Jo Brouns mogen dienstenchequebedrijven een extra kost aanrekenen, mits ze de klant duidelijk informeren over de totale kostprijs van de dienstverlening. Als klanten niet akkoord gaan met de extra kosten, kunnen ze de overeenkomst beëindigen. Dienstenchequebedrijven moeten ook een factuur bezorgen waarin deze extra kosten duidelijk zijn opgenomen.
Het is echter opvallend dat er steeds meer klachten binnenkomen over deze extra kosten. De manier waarop dienstenchequebedrijven de kosten aanrekenen is ook heel verschillend. Sommige bureaus kiezen voor een vast maandelijks of jaarlijks bedrag, terwijl andere bedrijven een kost aanrekenen per gebruikte dienstencheque. Klanten zijn vaak verbaasd over de hoogte van deze extra kosten, vooral in vergelijking met andere dienstenchequebedrijven.
In de strijkwinkel van Knokke-Heist, bijvoorbeeld, moeten klanten €2 extra per dienstencheque betalen, waarom is niet duidelijk want klanten krijgen geen factuur. Dit laat wel zien hoe sterk de extra kosten verschillen tussen dienstenchequebedrijven. Klanten moeten daarom altijd goed informeren over de kosten voordat ze een overeenkomst aangaan met een dienstenchequebedrijf.