In een recente rechtszaak voor de correctionele rechtbank in Brugge werden twee mannen beschuldigd van betrokkenheid bij een verstoorde situatie op een kruispunt in de stad. Op 19 juni vorig jaar was de fietser, M.V., aan het fietsen toen bijna een aanrijding plaatsvond met de wagen van Y.B. De vijftiger uit Knokke-Heist gaf naar eigen zeggen tekenen dat de Bruggeling moest doorrijden, maar deze reageerde heftig. Hij achtervolgde Y.B. met zijn fiets tot op de parking van de Veemarkt, waar de man inkopen wilde gaan doen.
Volgens het parket haalde M.V. op een bepaald moment een springmes boven, waarvan het lemmet gesloten was. Hij stapte op Y.B. af, waarop het tot wederzijdse slagen en verwondingen kwam. Beide mannen moesten zich woensdagmorgen voor de correctionele rechtbank verantwoorden. De procureur vorderde vier maanden cel met uitstel voor M.V., terwijl Y.B. riskeerde drie maanden met uitstel.
De advocaat van M.V. pleitte voor opschorting van straf, omdat zijn moeder vermoord was door haar broer. Hij beweerde dat M.V. normaal geen agressief persoon was. Y.B.’s advocaat pleitte voor vrijspraak, bewering dat hij handelde uit wettige zelfverdediging. Hij beweerde dat M.V. in zijn gezicht had gespuwd tijdens de coronapandemie, tegen zijn voertuig had gestampt en op hem af was gestapt met een mes in zijn hand. Het vonnis zal worden uitgesproken op 8 maart.