In de afgelopen tien jaar hebben de Zeeuwse gemeenten de uitvaart van 333 personen moeten regelen omdat er geen nabestaanden of verzekering waren om de kosten te betalen. Als niemand de uitvaart wil of kan betalen, dan draagt de gemeente deze kosten zelf. Er wordt nog onderzocht of deze kosten op eventuele nabestaanden verhaald kunnen worden, maar als niemand wordt gevonden, blijven de kosten voor de gemeente zelf.
De gemeente Sluis staat op de tweede plaats bij de meeste gemeentelijke uitvaarten met 14,4 per 10.000 inwoners, terwijl Borsele het laagste aantal heeft met 1,3 per 10.000 inwoners. Het is niet duidelijk waarom het aantal gemeentelijke uitvaarten verschilt per gemeente. Goes en Terneuzen hebben mogelijk hogere aantallen vanwege de aanwezigheid van een ziekenhuis en een grotere kans op vereenzaming in grotere plaatsen.
Het lage aantal gemeentelijke uitvaarten in Tholen, Kapelle, Reimerswaal en Borsele kan te maken hebben met de grote kerkelijke gemeenschappen daar. Kerkelijke genootschappen ontfermen zich vaak over de kosten van een uitvaart waarbij niemand de verantwoordelijkheid kan of wil nemen. Bovendien zijn er nauwelijks ouderen die de kosten niet zelf kunnen betalen en zijn de familiebanden vaak nog goed, waardoor de familie de kosten op zich neemt.
Begraven of cremeren verschilt per gemeente. Hulst en Noord-Beveland kiezen standaard voor crematie vanwege de lagere kosten, terwijl Sluis, Veere, Tholen en Reimerswaal kiezen voor begraven. Om de kosten te drukken, is de uitvaart sober en wordt er geen grafsteen geplaatst.
Een gemeentelijke uitvaart hoeft niet eenzaam te zijn. Soms zijn er nog kennissen die afscheid nemen, maar niet voor de kosten willen opdraaien. De kosten voor een uitvaart verschillen per gemeente. Een gemeentelijke begrafenis met een plechtigheid kost in Vlissingen 1.650 euro en is het duurst op Schouwen-Duiveland en Tholen, waar het ongeveer 4.000 euro kost. Een crematie zonder afscheid kost op Tholen en Schouwen-Duiveland 750 euro, terwijl het in Borsele ruim 4.200 euro kost.