18 C
Knokke-Heist

Onze Noordzee transformeert tot groene energiegigant met historische “Ostend Declaration”

Negen Europese landen hebben de “Ostend Declaration” getekend in een baanbrekende stap om van de Noordzee een enorme groene energiecentrale te maken. Met lokale spelers zoals DEME en Jan De Nul in de frontlinie, zetten de betrokken landen in op een duurzame toekomst en beëindiging van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen.

De toekomst van de Noordzee ziet er groener uit dan ooit tevoren, nu negen Europese landen de “Ostend Declaration” hebben ondertekend in de Belgische kuststad Oostende. Onder de aanwezigen bevonden zich de Franse president Emmanuel Macron, de Duitse bondskanselier Olaf Scholz en Ursula von der Leyen namens de Europese Commissie. Samen zullen deze landen werken aan het omvormen van de Noordzee tot een groene energiehub, met plannen om de capaciteit van windenergie tegen 2050 te vertienvoudigen.

De oorspronkelijke Noordzeecoalitie, bestaande uit België, Denemarken, Duitsland en Nederland, werd vorig jaar opgericht in het Deense Esbjerg. Sindsdien zijn Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Noorwegen en Luxemburg ook toegetreden tot deze ambitieuze alliantie. Momenteel produceren deze landen samen ongeveer 30 GW aan windenergie op zee, maar het doel is om tegen 2030 maar liefst 134 GW te bereiken en tegen 2050 meer dan 300 GW.

De keuze voor Oostende als locatie voor de top was geen toeval. België is een pionier op het gebied van offshore windenergie en heeft bijna vijf keer zoveel capaciteit als Frankrijk. Bovendien zijn Belgische bedrijven als DEME en Jan De Nul wereldleiders in het bouwen van windparken.

De “Ostend Declaration” is een belangrijke stap in de Europese energietransitie, waarbij de deelnemende landen streven naar een klimaatneutrale energieproductie in 2050. De recente oorlog in Oekraïne heeft het belang van onafhankelijke energievoorziening nog meer onderstreept, waardoor de Noordzeecoalitie haar ambities heeft versneld.

Er zijn echter nog enkele uitdagingen te overwinnen. Zo moeten de landen beter samenwerken en onderlinge concurrentie vermijden, zoals het al jaren slepende conflict tussen België en Frankrijk over de bouw van een windmolenpark voor de kust van Duinkerke. Bovendien moet er meer aandacht worden besteed aan de coördinatie van de bouw en de locaties van windmolenparken, evenals de verbindingen tussen hen. Het uniformeren van het subsidiesysteem en het standaardiseren van windturbines zijn andere cruciale agendapunten.

Hoewel er veelbelovende plannen op tafel liggen, waaronder het Prinses Elisabeth Eiland en de Triton-verbinding, brengen deze projecten ook aanzienlijke kosten met zich mee. Zo wordt de Triton-verbinding tussen België en Denemarken geschat op €3,6 miljard, waarvan België €1,4 miljard voor haar rekening neemt. De terugverdienmodellen blijven onzeker, wat de noodzaak van samenwerking en efficiëntie nog belangrijker maakt.

Naast de technische en financiële uitdagingen, waarschuwden onlangs honderd bedrijven uit de windenergiesector voor mogelijke knelpunten in de toeleveringsketen. De Europese windindustrie is momenteel mogelijk niet groot genoeg om te voldoen aan de ambitieuze doelstellingen die zijn gesteld.

Bovendien kwam vorige week aan het licht dat Rusland kritieke infrastructuur in de Noordzee in kaart brengt, mogelijk met de bedoeling deze te saboteren. Om deze dreiging het hoofd te bieden, hebben de landen tijdens een aparte rondetafel de bescherming van de infrastructuur in en op zee besproken. De NAVO is bij deze gesprekken betrokken, aangezien niet alleen windmolenparken maar ook datakabels en gaspijpleidingen op de Noordzeebodem potentiële doelwitten zijn.

De “Ostend Declaration” markeert een historisch moment in de transitie naar groene energie in de Noordzee. Hoewel er nog obstakels te overwinnen zijn, zet deze baanbrekende overeenkomst de regio op koers naar een duurzame en onafhankelijke energietoekomst.

Uw reacties zijn steeds welkom via de sociale media knoppen hieronder

Ook dit moet je even lezen