17.9 C
Knokke-Heist

Plato: Vast & Goed (?)

Onze krant is een platform waar snel en concreet worden gediscussieerd over en naar aanleiding van het nieuws. Dit doen we ook via opiniestukken zoals deze. Elk onderwerp is goed, als er maar een connectie is met het nieuws, en als het maar voor een breder publiek interessant is. Onze redactie beschikt over de naam en de contactgegevens van de schrijver. Ook uw opinie is welkom. Stuur ze naar: Redactie@kneistikrant.be Ben je het eens of oneens met de schrijver hier onder? Reageer dus gerust hier onder.

Knokke – Heist mag de laatste weken op veel gratis publiciteit rekenen. Naast een aanslepend onderwijsdossier (waarbij men niet naliet eerder te focussen op de overdracht van scholen zelf en het dure verkavelde onderwijslandschap met vele inrichtende machten buiten beschouwing liet), een verhelderende reportage over het wel en wee van verwende bobo Kneistse jongeren (eerder ontnuchterend , sic), een zoveelste bouwperikel dat zowaar zelfs voor een maagzuuropstoot binnen de Kneistse eenheidspartij zorgde (eindelijk werd luidop gezegd wat velen al lang stil dachten) kreeg Kneistiland onrechtstreeks ook wat aandacht in een reportage van Het Laatste Nieuws. Aansluitend op de overname van onderwijsinstellingen in Vlaanderen door het Gemeenschapsonderwijs werden de overnames van scholen er “vastgoeddeals” geheten. Dit hadden we in Kneistiland ook al gehoord.

Het GO! werd afgeschilderd als vastgoedmagnaat

Bizar, rekening houdende met het verkavelde onderwijslandschap in Vlaanderen, waar het katholiek onderwijs via Katholiek Onderwijs Vlaanderen als ledenvereniging en netwerkorganisatie talrijke besturen en bijhorende katholieke (hoge)scholen, internaten, academies, centra voor volwassenenonderwijs en een universiteit in Vlaanderen en Brussel groepeert.  Vrije scholen zijn opgericht door natuurlijke personen of privaatrechtelijke rechtspersonen. Dit wordt als een verankerde verworvenheid beschouwd. De financiële middelen komen van alle burgers.

Het vlotte herstel van het katholieke onderwijs na de afscheiding in 1830 en de tussenkomsten van de clerus, zelfs bij de grondwetgever van de prille Belgische staat, bleven trouwens niet onopgemerkt. De onderwijshervormingen van Willem I werden snel teruggedraaid en langzamerhand veroverde de clerus het onderwijs: de socialisatiemachine werd beveiligd.

Een sluitende inventarisatie van de bezittingen van het vrij onderwijs opmaken is vrij moeilijk. Uit een enkele jaren geleden gepubliceerde handleiding blijkt het vrij gesubsidieerd onderwijs, wat de eigendomsstructuur van het onderwijspatrimonium betreft, sterk te verschillen van de andere onderwijsnetten. 

In slechts 24% van de gevallen was een schoolbestuur in het vrij onderwijs eigenaar van het patrimonium. Het GO! en het officieel gesubsidieerd onderwijs scoorden veel hoger. Zakelijke rechten (erfpacht en opstal) kwamen in het vrij gesubsidieerd onderwijs veel meer voor. In bepaalde gevallen werd het patrimonium van een vrije gesubsidieerde onderwijsinstelling gehuurd door het schoolbestuur.

De onderwijsinfrastructuur van het vrij katholiek onderwijs is trouwens meestal geen eigendom van het schoolbestuur. Meestal is de eigenaar een andere katholieke vereniging: een bisdom of een diocesane organisatie, een congregatie, een kerkfabriek.

De boekhouding van het GO!

Het GO! beheert, indien onze gegevens correct zijn, 3.700 gebouwen op 830 sites, goed voor 4 miljoen vierkante meter gebouwoppervlakte en 13 miljoen vierkante meter grondoppervlakte, en dit verspreid over Vlaanderen en Brussel.

Het valt niet te ontkennen dat het GO! de voorbije jaren scholen van lokale besturen heeft overgenomen. Het GO! is, als pluralistische onderwijskoepel, evenwel de aangewezen partner voor bv. gemeentescholen en provinciale onderwijsinstellingen die, als officiële onderwijsinstelling, de levensbeschouwelijke keuze moeten waarborgen. Het vrij katholiek onderwijs zou dit de facto niet kunnen doen. Dat men dus bij een overdracht dus eerst naar het GO! kijkt is evident: zodoende blijft de over te nemen school binnen het officieel onderwijs en blijft de keuzevrijheid van de ouders wat de levensbeschouwelijke vakken gegarandeerd.

Voor vele lokale overheden blijkt de overdracht van het onderwijs vaak te berusten op het zoeken naar de voordelen eigen aan een schaalvergroting. Aanstellingen, vervangingen kortom personeelsbeleid, de (soms explosieve) toename van het aantal leerlingen, financiële uitdagingen, de behoefte om een degelijk gedifferentieerd en doelgerichte aanbod te kunnen verzorgen binnen een bepaalde regio vragen een strategische inzet van middelen en personeel.

Het GO! ‘koopt’ geen scholen

Vraag is nu of het GO! scholen koopt. Volgens beschikbare informatie koopt het GO! niet zomaar scholen. Als scholen worden overgenomen van de lokale overheden worden deze gebouwen in erfpacht genomen, wordt een lopende DBFM-verplichting, afkorting voor Design (ontwerpen), Build (bouwen), Finance (financieren) en Maintain (onderhouden) verder opgenomen, versta, afbetaald.

Dat het GO! vastgoed verkoopt vloeit dan weer vaak voort uit bittere noodzaak. Niet elke verkoop betreft trouwens onderwijsgebouwen. De dotaties, middelen uit de Vlaamse begroting, zijn vaak ontoereikend. Meer nog, zo laat het GO! weten, in 2022 ging veel budget op in de stijging van de bouwprijzen. Het gebrek aan investering heeft tot gevolg dat veel van het patrimonium aan dringend onderhoud toe is. Er is dus sprake van een structureel tekort aan middelen. De verkopen maken broodnodige investeringen mogelijk.

Een grondig herdenken van het systeem van separate onderwijsnetten is de prioriteit

Het eind van de jaren ’50 van de vorige eeuw gesloten technisch akkoord (Schoolpact en Schoolpactwet), leidde tot een quasi officialiseren van het vrij onderwijs. Op educatief vlak stond de overheid het controlerecht af op de inhoud van de (levensbeschouwelijke) vakken. De overheid droeg de opvoeding en opleiding van vele van haar inwoners over aan de katholieke zuil.

De oprichting van de Autonome Raad voor het Gemeenschapsonderwijs is tekenend voor de verwording. De politieke elites knippen de band met het officieel onderwijs door: het onderwijs van de gemeenschap, los van haar specifieke verplichtingen, werd uiteindelijk een net zoals de andere en niet langer het prioritaire.

Deze daadwerkelijke overdracht van de soevereiniteit door de overheid, geconcretiseerd door een quasi officialiseren van het vrij onderwijs, zonder dat deze, in naam van de vrijheid, werd onderworpen aan de regels die voor het officieel onderwijs van kracht zijn, blijft beroeren.

Een grondig herdenken van het systeem van separate onderwijsnetten, de groei naar één pluralistisch onderwijsnet en de inrichting van bv. één gemeenschappelijk vak over levensbeschouwingen en burgerschapsvorming hadden dit Kneistse debat wellicht beter gevoed.

Het moet in Kneistiland immers niet steeds over vastgoed gaan…het mag ook eens over inhoud.

Plato

Uw reacties zijn steeds welkom via de sociale media knoppen hieronder

Ook dit moet je even lezen