In onze gemeente speelt zich een fascinerend milieudebat af. Het epicentrum? Het ogenschijnlijk onschuldige zand uit Terneuzen, bestemd voor de strandverhogingen voor onze kust. Dit scenario, op het eerste gezicht een routineprocedure, heeft een onverwachte wending genomen, met milieuorganisaties en lokale overheden in een scherpe discussie verwikkeld.
Climaxi, een milieuorganisatie, en de West-Vlaamse Milieufederatie hebben aan de bel getrokken over mogelijke gezondheidsrisico’s. Hun zorgen zijn geworteld in het feit dat het Gent-Terneuzen kanaal, de bron van het zand, bekend staat als een ‘hotspot’ voor PFAS-vervuiling. Een Nederlands rapport uit 2022 onthulde dat er jaarlijks nog 47 kilogram PFAS in het kanaal terechtkomt.
Deze verontrustende bevindingen staan echter in contrast met recente onderzoeksresultaten. Na grondig onderzoek van het Terneuzense zand, werden geen sporen van PFAS gevonden. Desondanks waarschuwen de milieuorganisaties voor mogelijke risico’s voor de volksgezondheid, vooral met betrekking tot gebieden waar kinderen spelen.
Het gemeentebestuur van Knokke-Heist heeft zich in deze discussie gemengd, vol vertrouwen dat het zand volledig vrij is van PFAS. Het zand, afkomstig uit diepere, onberoerde aardlagen bij de nieuwe sluis van Terneuzen, wordt beschouwd als onverontreinigd, zoals ook bevestigd door Antione Geerickx, schepen van Milieu in Knokke-Heist.
De kern van deze kwestie ligt in de balans tussen milieuverantwoordelijkheid en praktische noodzaak. Terwijl de strijd voor milieubescherming en volksgezondheid onverminderd doorgaat, blijft de vraag open: is het zand uit Terneuzen een veilige keuze voor onze stranden?
