Door Kneistikrant-Columnist: Plato (De auteur is Dr. ethicus en rechtsfilosoof) – Echte naam en adres bekend bij de redactie.
Het standpunt van de West-Vlaamse provinciegouverneur over het loslaten van enkele epidemie beperkende maatregelen kan blijkbaar niet echt op mededogen rekenen. Bepaalde kustburgemeesters cultiveren (refererende naar de achterhaalde gemeentelijke autonomie en toegevende aan de druk van lobbygroepen allerhande) momenteel een cultuur van civiele ongehoorzaamheid. Wat is er aan de hand? Moet niet wat verder worden gedacht?
Overhaaste maatregelen
Het bedrijf Graydon, een gerespecteerd specialist op het vlak van financiële informatie, bracht zopas een eerder onrustwekkend rapport uit. Zoals gevreesd blijkt dat zeer veel onterecht gebruik werd gemaakt van de economische steunmaatregelen van de overheid. Het overhaaste optreden van de politici (profileringsdrang ?) en het ontbreken van een sluitende controle hebben zelfs mogelijk gemaakt dat ook schimmige bedrijfjes en obscure dekmantalondernemingen gretig in de pot hebben gegraaid.
De verantwoordelijke beleidsvoerders hadden echter ook moeten weten dat deze maatregel niet de verhoopte effectiviteit zou hebben. De teller aan maatregelen allerhande klopt op dit moment af op meer dan 30 specifieke maatregelen van diverse pluimage. Geweten is echter dat ruim een kwart van het Belgische bedrijfsleven onvoldoende middelen heeft om twee maanden omzetverlies op te vangen. Nochtans is de rekening snel te maken wanneer men weet wat de financiële buffer in een bepaalde sector is. Deze vaststelling komt bovenop eerdere opmerkingen uit syndicale hoek waaruit blijken moet dat er vrij soepel om wordt gegaan met tijdelijke werkloosheid en er al eens vlot wordt ontslagen.
Het Rekenhof wordt best ingeschakeld om de maatregelen door te lichten en de diverse inspectiedienten kunnen best de verantwoordelijken opsporen.
Het Belgische labyrinth
Voormelde vaststellingen verrijken de coronablundersaga. Het begon allemaal met de vaststelling dat men in wezen niet over een voorraad elementaire beschermingsmiddelen beschikte. Het leek onwezenlijk toen bekend raakte dat België tussen 2009 en 2015 wel degelijk over een voorraad van zowaar 63 miljoen mondmaskers beschikte maar deze voorraad vernietigde. Door de verantwoordelijke minister werd het leger met de vinger gewezen. Een moedig adjudant (het zijn de onderofficieren en de troep die in de vuurlinie staan ! ) weerlegde de bewering. Dit leidde tot enkele leuke onthullingen (de vervaldatum had eerder betrekking op het elastiekje, de ruimte werd leeggemaakt op vraag van een humanitaire organisatie …) en het gebruikelijk politieke kat en muisspel vulde rijkelijk de krant. Over het plaatsen van een nieuwe bestelling sijpelde wat informatie door, maar duidelijk werd niet waarom men nu geen strategische reserve weder had opgebouwd.
Ook de daaropvolgende bestellingen liepen niet zoals verwacht. Er werd blijkbaar meer met Google gewerkt dan iets anders en wat uiteindelijk werd geleverd bleek dan niet steeds aan de kwaliteitseisen te voldoen. Terug naar af, niet getreurd echter. Er werd een nieuwe bestelling geplaatst. Deze keer leidde het spoor naar Luxemburg. Bleek dat de federale overheid 15 miljoen stuks bestelde bij een onbekende Luxemburgse firma die in handen is van een buitenlands miljonair gedomicilieerd in Malta. Moet kunnen.
De bevolking werd dan maar aan het naaien gezet. Gelukkig zorgde dit laatste niet voor bestellingen van naaidozen. De eerdere ervaring met de milieubox zorgde wellicht voor een rem op de bestelwoede van de beleidsverantwoordelijken. Wat een tragedie zou moeten zijn, verwordt echter snel tot farce.
Institutioneel kluwen
Dat er nu en dan iets in het honderd loopt is niet te vermijden.
Wij struikelen in dit land immers over beleidsverantwoordelijken: de federale, de gewest- en gemeenschapsregeringen, de provincies, de steden en gemeenten (allen met bijhorende mandatarissen en administraties), om maar te zwijgen van de obligate inspraak- en adviesorganen, waarvan de kwaliteit oscilleert tussen die van kwalitatief werkend tot veredeld tooggezelschap.
Als klap op de vuurpijl beek dat men zowaar over acht (8 !) ministers bevoegd voor “gezondheid” beschikte. Dit zorgde al eens voor verwarring. In de drang om te tonen dat men bestaansrecht had haastte bv. een Waals minister van Gezondheid berichten over besmetting rond te sturen, gegevens die aanvankelijk niet bevestigd konden worden door de federale minister van Volksgezondheid. Die zat immers in haar kot.
Een hertelling zorgde er voor dat men uiteindelijk 9 verantwoordelijken voor volksgezondheid in Belgie ontdekte. Dit is geruststellend.
Een interessant gevolg van de Belgische verkavelingspolitiek is momenteel ook het probleem dat onderwijsinstellingen ervaren om onderwijs te kunnen verstrekken in een veilige schoolomgeving. De Belgische compromispolitiek leidde tot het ontstaan en bestendigen van diverse onderwijsnetten, met als grootste speler op het veld het vrij, gesubsidieerd, katholiek netwerk dat in het onderwijs een reuze socialisatiemachine ziet. De balkanisering zorgde echter voor separate voorzieningen en niet uitwisselbaar onderwijzend personeel.
Een samenwerking over de netten heen met het oog op het ter beschikking stellen van infrastructuur zou heden een te overwegen optie kunnen zijn. Op langere termijn kan trouwens best worden nagedacht over het opheffen van de verschillende netten: een zoveelste, historisch gedateerde en onhoudbare luxe (verankerd via Schoolpact en Schoolpactwet en de abdicatie van het officiële onderwijs) die dit land zich weet te veroorloven. De onderwijsminister ziet zich echter geconfronteerd met onderwijskoepels die, koste wat het koste (letterlijk), op hun autonomie staan.
Verwarring alom
De communicatie zelf bleef eveneens voor verbetering vatbaar. De communicatiestrategie van de premier wordt wellicht verplichte leerstof vooor communicatiestrategen. De persconferenties werden aanvankleijk op onmogelijke momenten gehouden, staken vol details, waren eerder verwarrend dan verduidelijkend en focusten nu en dan zozeer op een specifiek element dat men uiteindelijk door de bomen het bos niet meer zag. Op bepaalde ogenblikken had men de indruk dat men een vertaalmachine had gebruikt.Het geheel resulteerde in gissen naar dat wat nu eigenlijk werd verteld. Een ware oefening in exegese.
Dit laatste was dan weer gefundenes fressen voor de pers. Na de wazige mededelingen werd gretig ingepikt op de besproken themata. Het werd een oefening in het volharden van het spuien van onduidelijke berichten. Op bv. de radio werd het publiek ruimte gegeven om zijn bedenkingen, wensen, verlangens en interpraties te berde te brengen. Men ging onvermoeibaar door met het verspreiden van alle mogelijke herkauwde richtlijnen, suggesties en adviezen. Eerder geruststellen (of verontrustend) was ook de vaststelling hoe groot in Vlaanderen het aantal terzake deskundig geachte inwoners bleek te zijn.
Wie wilde weten waar men nu aan toe was waagde zich aan het bekijken van het journaal of het doornemen van relevante krantenartikels. De voorzichtige commentaren van de deskundigen, virologen, epidemiologen en artsen, lieten vermoeden dat men niet steeds even gelukkig was met de wijze waarop men communiceerde en de lock down afbouwde. Men kon enkel ontzag hebben voor het geduld waarmede de virologen voor de zoveelste keer antwoord gaven op de vragen van de radio- en televisiemakers. Uiteindelijk diende zelfs het Belgisch Staatsblad erbij gehaald om een en ander te verduidelijken. Of dit een geslaagde operatie is, is nog onduidelijk. Gelukkig waren er nu en dan de gevatte reacties van Marc Van Ranst (met bijhorende collectie kleurrijke truien) en de serene hoogleraar Koen Geens. Een rustpauze in de kakafonie.
Het gretig vertoeven in de schemerzone van de modale Belg (het surrealisme heeft ook zijn rechten) resulteerde dan weer in de elastische interpretaties van bepaalde regels. Het uitbreiden van de cocon en het eigengereide handelen van de burger zorgde bij epidemiologen, die met mathematische modellen de verspreiding poogden te voorspellen, voor het nodige wenkbrauwengefrons. Zowel de wereldgezondheidsdienst als de experten vrezen immers dat de curve omhoogschiet wanneer men de maatregelen te vroeg loslaat en de burgers slordig omspringen met de herwonnen vrijheid. Niet verwonderlijk dus dat bv. de gouverneur van West – Vlaanderen de komst van de tweede verblijvers (voor Knokke – Heist alleen al gaat het om 21.785) , in combinatie met de instroom van dagjesmensen en dito, met de nodige argwaan bekijkt en vraagt om de politionele maatregelen (die reeds mooi omzeild worden) zo goed als mogelijk te handhaven.
Omgaan met het risico
Het risico op een heropstart van de epidemie is immers reëel. Het pandemische karakter van de coronavirusepidemie daagt uit om een verregaande discipline op te brengen. En dat lukt nu reeds in vele gevallen niet.
Begin mei werden reeds 36.000 pv’s uitgedeeld. Dit is wellicht slechts het topje van het werkelijke aantal overtredingen. Er zijn zelfs enkele harleerse coronarecidivisten te noteren. Opvallend: veel lokale besturen nemen geen initiatieven om bv. via GAS-boetes de naleving af te dwingen. De invoering ervan leidde trouwens tot onenigheid tussen de partijen die deze noodregering steunen. De juridische indekking was een zorgenkind en al snel bleek dat het systeem van GAS-boetes in Wallonië nauwelijks wordt gebruikt.
Legaliteit en legitimiteit
Dit alles verlegde even de aandacht naar de legitimiteit van deze noodregering. De coronacrisis zorgde immers tot het ontstaan van de regering Wilmes. De Koning en de onderhandelaars in spe kregen even ademruimte. Waren er echter geen verkiezingen geweest? Verkiezingen die nog steeds niet hadden geleid tot het vormen van een volwaardige en daadkrachtige regering? Hoe lang zou deze regering met volmachten en een ingeperkte parlementaire controle kunnen regeren? De noodregering noodzaakte de opstart van een noodcommissie: een specifieke Kamercommissie werd belast met de controle.
Hoe foruinlijke generaties omgaan met welvaart
Deze controle leek meer dan nodig. De budgettair krappe situatie verergerde. De Belgische staatsschuld werd wankel en zorgwekkend geheten en de impact van de coroancrisis zorgt er wellicht voor, aldus internationale kredietbeoordelaars, dat deze een permanant karakter krijgt. De schuldgraad, die vorig jaar, voor het eerst in acht jaar, onder de grens van 100 procent van het bruto binnenlands product zakte, neemt toe tot ruim 111 procent van het bbp. De Nationale Bank en het Federaal Planbureau becijferden dat de overheidsfinanciën het begrotingstekort zouden doen oplopen tot 7,5 procent van het bbp. De schuldgraad ramen ze daarbij zelfs op 115 procent voor 2020. Gewesten en gemeenschappen maar ook lokale overheden staan eveneens voor enorme uitdagingen. Een vergiftigd geschenk voor de toekomstige generaties.
Komt erbij dat het arsenaal aan middelen uitgeput is: de financiële politiek van de Europese Centrale Bank leverde niet het verhoopte resultaat en de fiscale en parafiscale druk in België is legendarisch en biedt geen speelruimte. De werkgroepen die pistes moeten ontwikkelen zijn hopeloos (ideologisch) verdeeld.
De eenzaamheid van de veldwerkers
Ondertussen ploegden de ziekenhuizen, de zorgverstrekkers en de rust- en verzorgingstehuizen verder. Begin mei concludeerde de Universiteit Antwerpen uit een onderzoek dat veel zorgverleners en medewerkers in de zorgsector (van de arts over de thuisverpleger tot het poetspersoneel in de ziekenhuizen en verzorgingsinstelling en rust- en verzorgingstehuizen) nog altijd kampen met een tekort aan beschermend materiaal. Deze zorgverleners hebben de voorbije weken letterlijk in de frontlinie gestaan. Openen wij een tweede, een derde front?
Contacttracing staat nu hoog op de agenda. Virologen benadrukken het nut van een volgerhouden contactopsporing naast het dragen van maskers. Het gevreesde reproductiegetal moet onder controle worden gehouden. De vrees dat er slachtoffers zullen vallen bij overtreding en eigengereide invulling van de richtlijnen ervan wordt versterkt door het feit dat het dragen van een masker de kans kan verhogen dat men zich veilig voelt en de regels niet echt meer opvolgt.
De toewijzing van de contracten voor contacttracing zorgde alvast ook voor de nodige vragen. Een vraag was o.a. hie wij ethiek met techniek verbinden. Andere vraag vloeide voort uit de vaststelling dat corona volgens sommigen een cashkoe dreigt te worden.
Vragen
De crisis heeft echter ook heel wat ethische vragen opgeworpen. Hoe gaan wij om met de regel van het minste kwaad, hoe gaan wij om met de angst die niet enkel bij de bevolking, maar ook bij het verzorgend personeel en allen die in de zorg zijn tewerkgesteld ? Moeten mensen met COVID-19 alleen sterven of laten we ook hun gezins- en familieleden toe? Hoe gaan we om met de alleenstaanden, de zwakkeren? Gezondheidseconomen wijzen er op dat men op een bepaald ogenblik keuzes zal moeten maken.
Contractdenkers
Twee contractdenkers, Rousseau en Hobbes, lijken dan ook plots weer heel actueel. Beiden probeerden immers een theorie te ontwikkelen die verklaren zou welke de mogelijke redenen zijn die ervoor zorgen dat wij samenleven, dat wij een gezag aanvaarden, dat wij een staat aanvaarden.
Bij Hobbes zal de mens afstand doen (een bepaald deel) van zijn vrijheid in ruil voor collectieve veiligheid ( hieronder begrepen dat anderen dit ook doen). Dit is een berekende inperking: men offert enkel dat op wat nodig is om vrede en veiligheid te bereiken. Het recht tot zelfbehoud werd dus in wezen beperkt door een soort politiek contract. Slechts in uitzonderlijke gevallen mocht men het recht op zelfbehoud weer in eigen hand nemen. Faalt het systeem dan bestaat echter het risico op oorlog: de mens is immers een wolf voor zijn medemens. De Leviathan is eeuwig noch onvergankelijk, aangezien hij in principe kan verdwijnen, waarna de oorlog van allen tegen allen begint.
Rousseau lijkt een ietwat positiever mensbeeld te koesteren. De mens is in feite van nature goed. Het is de samenleving die hem corrumpeert. De overlevering van de mens aan een hogere, gemeenschappelijke macht, is hier absoluter. De menselijke vrijheid is het conditio sine qua non voor het mens-zijn. In tegenstelling tot Hobbes denkt hij dat de mensen van nature niet elkaars vijanden zijn, omdat de betrekkingen tussen zaken, niet tussen die mensen tot oorlog leiden. Bij Rousseau gaat het eveneens om het zelfbehoud van de mens. Daarom is hij op zoek naar een vorm van samenleven die met alle gemeenschappelijke kracht de persoon en de goederen van iedere deelgenoot verdedigt en beschermt. Omdat iedereen zich aan allen geeft, geeft hij, volgens Rousseau, zich aan niemand. Wel is Rousseau van mening dat de overgang van de natuurtoestand naar de burgerlijke toestand de mens heeft veranderd. Met het sociaal contract kan de mens zelfbehoud realiseren door zijn krachten te koppelen aan die van anderen en zijn vrijheid in te ruilen voor de algemene wil.
Wie het maatschappelijk verdrag aantast hoeft echter niet op mededogen te rekenen. Zij zijn de vijanden van de staat en stellen zich bloot aan represailles.
In fine
Wanneer men derhalve de uitspraak van de gouverneur van de provincie West – Vlaanderen wil beoordelen neemt men best voorgaande elementen mee in aanmerking samen met een ethische overweging: bevordert onze individuele keuze het welzijn van elke persoon of het nu burgers, zieken, rusthuisbewoners, volwassenen of kinderen betreft; hoe verhouden onze particuliere desiderata zich tot het algemeen belang van de samenleving; wat laten wij primeren en zijn wij dan ook bereid om de verantwoordelijkheid voor de gevolgen van onze keuzes op te dragen, nemen wij de oversterfte erbij als collateral damage?
Een column is een artikel waarin de schrijver zijn mening geeft over een onderwerp. Soms is de tekst humoristisch, soms provocerend, maar het is altijd de persoonlijke kijk op de wereld van de columnist. Een columnist geeft een beschrijving van een gebeurtenis en maakt daarbij zijn eigen mening duidelijk. Een column moet een emotie bij de lezer losmaken, de lezer moet erom kunnen lachen, het stemt hem tot nadenken of maakt hem boos. Een opiniestukje of een column nemen we graag op in onze krant. Stuur ze naar: redactie@redactie.be





Zeer verhelderende als wel als aangename lectuur ! Een verademing in deze warrige tijden. Bedankt “Plato”!
Meerdere van de kust-burgemeesters zijn hun “her”verkiezing campagne aan het voorbereiden !
De Heer Lippens volgt alleen het aanraden van de wetenschappers en zo moet het !
Hopelijk zorgt men nu voor de aanmaak en aanleg van een strategische reserve. Iedereen weet dat elastiek na een aantal jaren verweert en slap wordt. Zou het dan niet beter zijn om ze van stoffen lintjes te voorzien en van materiaal dat tegen “de tand des tijds kan”? Voor wat die politieke en andere spelletjes betreft vind ik (volgens mijn bescheiden mening) dat voor zulke zaken het nu zeker niet het moment is. Laten we liever meeleven met de mensen die in de vuurlinie staan zoals dokters, verplegers en verpleegsters, mensen die in woon-zorgcentra werken en zorgen dat het hen aan niets tekort komt, vooral qua beschermend materiaal want dat zijn momenteel onze helden. Ik hou ook van sport maar vind het sportnieuws op VTM en VRT soms een beetje te gortig. Je ziet duidelijk dat het vooral bij o.a. voetbal en wielrennen maar om één ding draait en dat is “het slijk der aarde”. Het is natuurlijk jammer dat alles “on holt” wordt gezet maar wat als het virus weer ongenadig en nog harder toeslaat? Ik zag in het nieuws dat men zich in Antwerpen en Brussel al niet aan de voorschriften voor het winkelen kan houden, wat dan bij een populaire sportwedstrijd? Ook al is het met gesloten deuren, velen zijn in staat om er thuis of in één of andere loods een feest van te maken met alle gevolgen van dien.
Heb de reactie’s van Plato altijd kunnen ‘smaken’, ook nu zeker de te lezen perikelen rond de mondmaskers, wel blijft Plato nog heel voorzichtig, maar begrijpelijk, want daar kan er nog heel veel vuil ‘bovenkomen’…
Waar ik volledig van mening verschil met Plato is de kijk op viroloog Van Ranst, ja hij komt minzaam over, wel hoor ik hem nog zeggen toen het covid-19 al lelijk huis hield in Italië met dodelijke afloop, dat skiërs zeker daar nog naartoe mochten reizen…’t is maar een griepje.
Ook zo met de mondmaskers ” is niet nodig helpt niet”…wat later “misschien toch maar een dragen”…toen er verschillende mondmaskers verhalen aan ’t licht kwamen was het alweer niet nodig…nu is het terug aan te raden er een te dragen…spijtig, persoonlijk heb ik maar een lage dunk over die viroloog hoor…
Wel komen de dagjestoeristen alweer op de laatste plaats, net gehoord in ’t nieuws, ja… diegenen met het kleinste budget en die eerder in een “kot” wonen , niet in een villa met grote tuin en eventueel een zwembad …
Beste Keerlin, voor alle veiligheid heb ik, als ik me buitenshuis begeef, altijd een mondmasker in een plastic zakje bij me. Je weet maar nooit waar je terecht komt!