Home Onze Columnisten Plato: If Trump goes, “Trumpism” remains

Plato: If Trump goes, “Trumpism” remains

Door Kneistikrant-Columnist: Plato (De auteur is Dr. ethicus en rechtsfilosoof) – Echte naam en adres bekend bij de redactie.

De aanval op het Capitool is niet uit het nieuws te houden.

Democratische verkozenen hekelen Trump en zijn dolle aanhanger voor een onverantwoord en gevaarlijk aanstoken tot rellen en voor de vernielingen.  De democratie wordt onder vuur genomen. Het gespuis is aan de macht. Voor bepaalde Trump-aanhangers is het op straat komen om te protesteren tegen de “gekaapte” verkiezingsuitslag een evident recht. Er is wantrouwen. Anderen hebben het over een vertekend beeld. De zaak wordt uitvergroot in een hysterische pers. Wat indien het om Black Life Matter-aanhangers zou gaan?  Was Ashli Babbit, de door de politie doodgeschoten Trump-aanhangster, niet ongewapend? Sommigen stellen dat de rellen de oude politieke klasse goed uitkomt. De technocratische democratische elite kreeg dankzij deze lokale opstanden de macht terug. Biden zou iedereen op sleeptouw kunnen nemen. De verbitterde Trump zou snel vergeten zijn.

Politieke commentatoren stellen echter de delicate vraag hoe het de Democraten zal vergaan als Trump weg is. Ook binnen de Democratische partij zijn diverse strekkingen aanwezig. Eenmaal de gemeenschappelijke vijand weg is, dreigen deze verschillen boven te komen. Te veel naar links overhellen wekt ergernis, te veel centrum zorgt voor problemen met progressievere kiezers, zeker met de “Squad”, een groep linkse democratische verkozenen van diverse etnische origine en te weinig rechts zorgt voor het verlies van Republikeinse kiezers die afstand namen van Trump. De Democraten moeten ook beseffen dat veel stemmen niet voor Biden zijn, maar eerder stemmen tegen Trump: er is geen alternatief. Het systeem is structureel gebrekkig.

Heeft het motto van de Verenigde Staten “E pluribus unum” (uit velen één) afgedaan? Toont de kaart met de verkiezingsresultaten geen verdeelde natie? Verschilt het stemgedrag van de “Hispanic voters” (zij kozen zowel voor Biden als voor Trump) niet duidelijk van dat van de  “Black voters” (blijkbaar vnl. Biden-aanhangers).  Wat met de “White working class” en “Joe Sixpack” die eerder Republikeins stemden. Praten over de arbeidende klasse wil niet zeggen dat men ook praten kan met de arbeidende klasse. Staan stad en platteland, rode en blauwe staten, tegenover elkaar?

Maar, is dit niet het resultaat van een evolutie die in feite al decennia aan de gang is.  In een interessant werk Deeply Divided zien McAdam en  Kloos het ontstaan van de verdeeldheid in de jaren zestig van de vorige eeuw de kop opsteken. Politieke polarisatie ingevolge het ongenoegen omtrent diverse overheidsmaatregelen en zeker de economische ongelijkheid liggen aan de basis van de problemen. Civil Rights –  bewegingen en tegenbewegingen zorgden voor centrifugale krachten. Democraten en Republikeinen kwamen terecht in een opbodstrijd om bij de sociale en religieuze bewegingen, die het ongenoegen kanaliseerden, in de gunst te komen. Had men dit alles onderschat of genegeerd?

En zelfs in ons parlement was dit stof voor discussie waarbij vooral, traditiegetrouw, verbaal heen en weer werd gevuurd. Een debat over een “ver van mijn bed” aangelegenheid en zeker over Trump kan nooit kwaad.  Selectief blijven is echter de boodschap. De politieke toestand in China, de situatie in Iran of Hongkong aankaarten blijft immers te delicaat en te complex voor menig politicus.

Even, heel even,  kwam de toekomst van België aan bod. Dat in bv. Brussel vaak betogingen doorgaan, denk aan de recente Black Lives Matter-betoging met 10.000 deelnemers (dit in volle pandemie) werd zedig verzwegen.  Ook de vaak grimmige boerenprotesten (slaagden Waalse boeren er jaren geleden niet in koeien tot op de vierde verdieping van het Congrespaleis binnen te loodsen) en de vele uit de hand gelopen demonstraties met vernielingen en plunderingen (zie de dood van een patient in een ziekenwagen), herinnerde men zich niet. En ook het feit dat de Koning, bij gebrek aan bescherming,  in de rellen belandde (en België wereldnieuws werd) kwam niet aan bod. Over de agitatie (via de verspreiding van pamfletten, de ophitsing, de inschakeling van “straatvechters” en de rol van bepaalde conservatieve middens, waaronder de clerus), die geleid heeft tot het afscheiden van Willem I, in 1830,  werd al helemaal niet gesproken. Het geheugen is kort.

Het tekort aan democratie, het teveel aan centrumgedoe

In een reactie op de rellen in de Verenigde Staten merkte politiek filosofe Mouffe op dat het eigenlijke probleem het tekort aan echte democratie is: “The centre pushes politics to the fringes (de extremen) where it festers (rot, verzweert) and is manipulated by cynical populists.”

Indien de politiek elite op zoek wil gaan naar de verantwoordelijken lijkt het haar raadzaam dat deze dus eerst even naar zichzelf zou kijken.  Te veel consensus, te veel centrumgedoe, te veel eenheidsworst, werkt verstikkend en is dodelijk voor de politiek.

Reden om stil te staan bij het gedachtengoed van Chantal Mouffe.

Antagonistisch pluralisme

Chantal Mouffe introduceerde in haar boek Over het politieke het concept “antagonistisch pluralisme” als motor voor een radicalere democratie.

Mouffe is van oordeel dat men moet durven erkennen dat niet alle geschillen op een rationele manier kunnen worden beslecht. Vertrekken van de vooronderstelling dat consensus steeds mogelijk is, is een foute premisse. Een wij/zij -houding, een conflict, is niet negatief. Conflicten moeten wel worden voorzien van een legitieme uitdrukkingsvorm. Uit de tegenstelling, uit de spanning groeit de identiteit, de politieke identiteit.

Tussen de illusie van de perfecte harmonie en het destructieve conflict ziet Chantal Mouffe een derde soort relatie: de agonistische relatie. Is het antagonisme een wij/zij-relatie waarin vijanden tegenover elkaar staan en die geen enkele gemeenschappelijke basis hebben, dan is het agonisme een wij/zij-relatie waarin de conflicterende partijen de legitimiteit van hun opponenten erkennen, ook al zien ze in dat er voor hun conflict geen rationele oplossing bestaat. Ze zijn tegenstanders, geen vijanden.

Hartstochten moeten een democratische uitlaatklep hebben

Naast het benadrukken van het belang van keuzemogelijkheden en de beheersbare confrontatie van visies is Mouffe van oordeel dat democratie nood heeft aan passie als tegengewicht voor de verstikkende rationaliteit.

De fout van het huidige politieke denken, stelt zij, is dat men de affectieve dimensie veronachtzaamt en van de veronderstelling uitgaat dat die zogenaamd “archaïsche” hartstochten wel zullen verdwijnen naarmate het individualisme en het proces van de rationaliteit voortschrijden. Een samenleving waarin dit niet meer kan, is echter een samenleving waarin intellectuele repressie hoogtij viert. De pensée unique verdraagt geen hartstocht en tolereert niet dat de elite, de instituties en dito cenakels aan kritiek onderworpen worden en in vraag worden gesteld.

Chantal Mouffe bekritiseert dan ook de “gevoelsafschaffers”, zijnde de theoretici die de hartstochten uit de politiek willen verbannen en betogen dat de democratische politiek enkel moet worden begrepen in termen van rationaliteit, matiging en consensus.

In plaats van het terrein te zijn waar een debat tussen links- en rechtsgeoriënteerde vormen van politiek plaatsvindt, is politiek verworden tot “spinning”. Marketeers, reclamedeskundigen, hebben hun intrede gedaan met betekenisloze slogans. De adapten van de derde weg, de kleffe middenweg, bezetten het terrein en scheppen de illusie van de beheersing.

De politiek en het politieke

Het consensusdictaat, het bannen van de hartstocht en de confrontatie zijn niets anders dan pogingen om het politieke te onderdrukken, te vernietigen.

Het politieke kan, aldus Mouffe, echter nooit tenietgedaan worden omdat het zijn kracht kan ontlenen aan de meest uiteenlopende menselijke spanningen: “Iedere religieuze, morele, economische, ethische of andersoortige tegenstelling transformeert zich in een politieke tegenstelling als ze krachtig genoeg is om mensen effectief te groeperen overeenkomstig het schema van vriend en vijand.”. Het is enkel wachten op de aanjager!

Wel belangrijk is te vermijden dat deze identiteit geen voedingsbodem voor de uitschakeling van de andere wordt. Dit is het geval wanneer de “zij” opgevat worden als degenen die de identiteit (religieus, levensbeschouwelijk, etnisch, economisch) van de “wij” ter discussie stellen en deze in hun bestaan bedreigen.

Consensus is vaak niets minder dan het verbergen van het etterende probleem. De prijs die door de burgers betaald wordt, is hoog, zeer hoog.

De massa

Mouffe besteedt ook uitgebreid aandacht aan het verschijnsel “massa”. Net als Elias Canetti is zij van oordeel dat de aantrekkingskracht van de massa niet iets archaïsch of premoderns is dat met de vooruitgang van de moderniteit zal verdwijnen.

De opkomst van populistische linkse en/of rechtse partijen en dito extremistische groeperingen, maar ook de verbreiding van het terrorisme, tonen aan dat het naïef was dit te denken.

Mouffe betoogt dat wij, in plaats van de oorzaken te zoeken in tekenen van zogeheten “achterlijkheid” bij de bevolking, zij het in de geschiedenis van het land of in de sociale status van het electoraat, onze aandacht moeten richten op de tekortkomingen van de grote gevestigde politieke partijen.

Onomwonden stelt Mouffe: “Het wordt hoog tijd om te beseffen dat het succes van de populistische partijen in belangrijke mate berust op het feit dat deze partijen, zij het ook op zeer problematische wijze, werkelijk democratische eisen articuleren die door de traditionele partijen niet in aanmerking worden genomen.”.

Het perverse moraliserende discours van de nieuwe sofisten

Daar een rationalistisch discours het conflictmodel niet kan tolereren, wordt, om elke kritiek klem te zetten, het moreel discours naar voor geschoven: de “Reductio ad Hitlerum” is nooit veraf.

Voordeel van deze techniek is evenwel dat de in diskrediet gebrachte partijen vrijgesteld worden van enig diepgaand onderzoek naar de eigenlijke oorzaken van het ongenoegen.

Hier verwijst Mouffe naar François Flahaut, die deze vorm van zelfidealisering onder de naam “puritanisme van het goede gevoel” onderzocht. Volgens Flahaut is dit soort zelfidealisering in ons utilitaristische en rationalistische tijdperk de enige nog resterende mogelijkheid om aan de eigen middelmatigheid te ontsnappen, het kwaad van zich af te werpen en een vorm van heroïsme te ontdekken.  Do-gooders duiken overal op en menen elk probleem te moeten oplossen. Tegenover hen staan de hartenlozen, de onverdraagzamen.

Voordeel voor de elite: bezwaren hoeven niet weerlegd te worden, de verkettering volstaat, discussie gesloten. De arrogante elite maakt haar tegenstander monddood. Etiketten als radicalisering, conflictueus, populistisch, polarisatie worden te pas en te onpas gekleefd op wie het waagt de dominante ideologie schaakmat te zetten.

Het doormodderen als norm

Politiek is verworden tot een machtsbehoud van in se conservatieve groepen, groepen die echter in stand worden gehouden door opportunistische kiezers. Het consensusmodel is de enige optie, zo poneert de verlichte elite. Het liefst zien zij een éénpartijenstelsel. De verschillen tussen de partijen verdwijnen hoe langer hoe meer.

Dit systeem wordt zo hoog ingeschat dat men nauwelijks tegen de uitwassen ervan durft op te treden, laat staan oog heeft voor de desastreuze gevolgen. Het volstaat de pers door te nemen en er parlementaire vragen en debatten op na te slaan om vast te stellen dat vele akkoorden eerder fragiele ad-hocconstructies zijn, die dringend geactualiseerd moeten worden en die daarenboven, gezien hun gebreken, niet steeds gedragen worden door de bevolking. Een bevolking die het moe is.

Tegen de kolonisering van het politieke

Democratische theoretici en politici zouden zich dan ook meer dan ooit moeten richten op de vorming van een levendige “agonistische” publieke sfeer van geschil waar verschillende politieke projecten tegenover elkaar kunnen worden geplaatst en tot op het bot worden geanalyseerd en geëvalueerd.

Hoog tijd dus om de democratie te herbronnen. De consensus werkt verstikkend. Ware democratie schept de voorwaarden voor de confrontatie. Het kleffe compromis, aldus Mouffe, lost geen enkel probleem op.

Wat met het eenpartijstelsel te Knokke-Heist? Tijd voor wat minder klefheid en meer echte spanning in de politiek?

Hierboven kon u een opiniestuk lezen. Zelf schrijven kan natuurlijk ook. Stuur uw opiniestuk naar: redactie@kneistikrant.be

Wat is een opiniestuk?

  • Weerspiegelt de mening van de auteur
  • Subjectief
  • Al dan niet gebaseerd op feiten
  • Vrijheid van meningsuiting (verregaand beschermd, uitzondering: laster en eerroof)
  • Maatschappelijk debat aanzwengelen / sturen

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here

- Advertisment -

Lees ook dit

Recente reactie van onze lezers